Home / Koninklijke Familie / Geschiedenis / Oorsprong van de dynastie

Oorsprong van de dynastie

Oude familiebanden met de vorsten die de huidige Belgische territoria regeerden

Al stamt de Koning der Belgen in rechte mannelijke lijn af van een Duitse dynastie, vinden we bij zijn voorouders eveneens de meeste vorsten die over de territoria van het huidige België hebben geregeerd vóór 1831.

Langs zijn grootmoeder, Koningin Astrid, stamt de Koning af van Willem I, Koning der Nederlanden, die onze vorst was van 1815 tot 1830, alsook van Joséphine de Beauharnais, de echtgenote van Keizer Napoleon I die onze contreien bestuurde heel in het begin van de 19de eeuw.

Langs Koningin Elisabeth en Koningin Louise-Marie stamt de Koning meermaals af van alle dynastieën die doorheen de eeuwen over onze contreien hebben geregeerd tot het einde van het Ancien Régime (1789). Bij zijn voorouders vinden we leden van de illustere dynastie van de Habsburgers, zoals Keizerin Maria-Theresia (18de eeuw) en Keizer Karel V die in 1500 in Gent is geboren. Die laatste was de kleinzoon van Maria van Bourgondië (geboren in Brussel in 1457 en overleden in Brugge in 1482), erfgename van o.a. het Hertogdom van Bourgondië, de Hertogdommen van Brabant en Limburg, en de Graafschappen van Vlaanderen, Henegouwen en Namen. Dankzij de huwelijkspolitiek van de Hertogen van Bourgondië komen alle middeleeuwse dynastieën uit de Geschiedenis van ons land voor in de stamboom van de Koning der Belgen.

Het Huis Wettin

Het Huis Wettin, waarvan de Belgische Koninklijke Familie een vertakking vormt, gaat terug tot de hoge middeleeuwen. Deze dynastie beklom de echelons tot aan de investituur van het hertogdom Saksen, een van de meest uitgestrekte en prestigieuze leengoederen van het Heilig Roomse Rijk, begiftigd met een zetel in het college van keurvorsten dat de Roomse keizer moest aanwijzen, en met de functie van erfelijk aartsmaarschalk van het Keizerrijk.

De eerste bekende voorouder is Dedi, graaf in Hassegau (Thüringen), die vermeld wordt in een oorkonde van Otto I, koning van Germanië, in 949. Thimo, eerste graaf van Wettin († 1118), verwierf de burg van Wettin, die uitsteekt boven de Saale, stroomafwaarts van Halle. Zijn zoon, Conrad, werd markgraaf van Meissen (1127), bij Dresden. Diederik, de kleinzoon van Conrad, versterkte zijn positie op aanzienlijke wijze door te huwen met de erfgename van het landgraafschap van Thüringen (1249). Frederik III de Strenge († 1381) trouwde met de erfgename van Coburg.

De opgang van het Huis Wettin zette zich in de 15de eeuw verder. In 1423 verleende keizer Sigismund het hertogdom Saksen aan Frederik I de Strijdbare, markgraaf van Meissen en landgraaf van Thüringen. Hij en zijn afstammelingen droegen voortaan de titel van hertog van Saksen. Na het overlijden van keurvorst Frederik II de Zachtmoedige werden de dynastieke eigendommen in 1485 (verdrag van Leipzig) verdeeld onder zijn zonen Ernst en Albrecht, wat aan de basis lag van de zogenaamde Ernestijnse en Albertijnse linies.

De Ernestijnse linie

De oudste linie, de Ernestijnse, behield het hertogdom Saksen en de keurvorstelijke waardigheid tot aan de oorlog tussen keizer Karel V en de Schmalkaldische Bond, een alliantie van protestantse vorsten en steden uit het Heilig Roomse Rijk. De Bond, onder de leiding van de hertog van Saksen Johan-Frederik I de Grootmoedige, werd verslagen te Mühlberg. Door de ondertekening van de Capitulatie van Wittenberg (1547) gingen de keurvorstelijke waardigheid en grote delen van de gebieden van Johan-Frederik over op de Albertijnse linie. Die linie bracht koningen van Polen en groothertogen van Litouwen voort, en verkreeg in 1806 de titel van koning van Saksen.

De Ernestijnse linie werd geleidelijk opgesplitst in talrijke Staten, de “Saksische hertogdommen” : Saksen-Coburg, Saksen-Gotha, Saksen-Weimar, Saksen-Altenburg, Saksen-Eisenach, Saksen-Meiningen, Saksen-Saalfeld, enz., die zich verenigden door erfenissen en verdragen. Een van die reorganisaties vond plaats na het overlijden van de laatste hertog van Saksen-Gotha in 1826. Ernst III, hertog van Saksen-Coburg-Saalfeld, oudste broer van de toekomstige Koning Leopold I, ruilde de regio Saalfeld voor het hertogdom Gotha en werd hertog van Saksen-Coburg en Gotha onder de naam Ernst I.

Het Huis van Saksen-Coburg

In de 19de eeuw verwierf deze tak een echte Europese dimensie. Afstammelingen van de in 1806 overleden Frans, hertog van Saksen-Coburg-Saalfeld (vader van Koning Leopold I) bestegen de tronen van België, Groot-Brittannië en Ierland, Portugal en Bulgarije. Door zijn familiale banden (hij was o.a. de oom en mentor van de Britse Koningin Victoria) en als Staatshoofd van een neutraal land, oefende Koning Leopold I een grote invloed uit op de diplomatie in Europa tussen 1831 en 1865. Hij was één van de meest gerespecteerde staatslui van zijn tijd en werd ook wel «Nestor van Europa» genoemd.