Symbolen
De vlag
Na de onafhankelijkheid van België, in 1830, moest een vlag worden gekozen voor het nieuwe land. Ons nationaal symbool is een driekleur: zwart, geel en rood. Dat zijn de kleuren van het wapenschild van de Hertog van Brabant: een gele leeuw met rode klauwen en een rode tong en een zwarte achtergrond. Vandaag zijn de kleuren ingedeeld in drie verticale stroken.
De Belgische vlag wappert boven het Koninklijk Paleis en het Kasteel van Laken als de Koning in België is. Als de Koning om officiële redenen op reis is en dus afwezig is, wordt de vlag tijdens de hele duur van de reis van de stok gehaald.
Een vlag wordt soms halverwege de stok opgehangen, dat heet dan ‘de vlag halfstok hangen’ en is een teken van rouw, een periode van verdriet en respect, wanneer de Koning, de Koningin, een vroegere Koning of een vroegere Koningin is gestorven. Het gebeurt ook dat de regering nationale rouw afkondigt, bijvoorbeeld bij een grote ramp. Ook dan wordt de vlag halfstok gehangen.
Het wapenschild
Dat is het logo van België, een soort merkteken, zoals bij auto-, kleding- of koekjesmerken. Het staat bijvoorbeeld op de brieven die de Koning of de Koningin verstuurt. Het bevat de wapenschilden (een soort van embleem, merkteken) van de 9 Belgische provincies in 1830.
De nationale wapenspreuk: Eendracht maakt macht
De nationale wapenspreuk van België werd gekozen na de revolutie in 1830 bij de onafhankelijkheid van het land. Ook hier wordt verwezen naar de 9 provincies, die vanaf dan verenigd zijn in één land. In het Frans luidt de wapenspreuk: "L'union fait la force". En in het Duits, dat door een deel van de Belgen wordt gesproken' : "Einigkeit macht stark".
De kroon
Dit is geen echt symbool: de Koning der Belgen draagt geen kroon. De koninginnen trouwens ook niet, maar bij zeer speciale gelegenheden dragen ze een diadeem.
Astrid, de vierde Koningin der Belgen, kreeg van de bevolking een prachtige diadeem bezet met 9 diamanten toen ze in 1926 aankwam uit haar land, Zweden. Elke edelsteen stond voor een Belgische provincie uit die tijd.
21 juli
Onze Nationale Feestdag valt op 21 juli, de datum waarop de eerste Koning der Belgen, Leopold I, de eed aflegde: 21 juli 1831. Op de Nationale Feestdag wonen de Koning, de Koningin en de koninklijke familie een défilé bij van het leger en burgerlijke organisaties zoals de brandweer of het Rode Kruis. Een défilé is een optocht of een stoet. Er worden ook belangrijke personen uitgenodigd, samen met alle burgers. Er vindt een feest plaats in het Warandepark en de dag wordt afgesloten met een groot vuurwerk. 21 juli is een van de momenten waarop de burgers, los van hun herkomst, leeftijd of beroep, kunnen tonen trots te zijn om Belg te zijn.
Koningsdag
Sinds 1866 wordt 'Koningsdag' gevierd op 15 november. Deze datum werd gekozen omdat dit de dag van Sint-Leopold en van Sint-Albert is. Sindsdien bleef deze datum behouden, ook al heten niet meer alle Koningen Leopold of Albert.
De Brabançonne
Dit is het volkslied van België, het lied dat ons vertegenwoordigt. De Brabançonne bestaat in het Frans, het Nederlands en het Duits, de drie officiële talen van ons land. Het volkslied werd voor het eerst gezongen in 1830, tijdens de Belgische revolutie. Daarna werden vier versies geschreven, vóór de Brabançonne die we vandaag kennen. De Brabançonne zingen is een manier om hulde te brengen aan België. Vóór een wedstrijd zingen de Rode Duivels bijvoorbeeld allemaal samen de Brabançonne.