Startseite / Toespraak van Zijne Majesteit de Koning - Herdenking van de Eerste Wereldoorlog - (Nl - Engl)

Toespraak van Zijne Majesteit de Koning - Herdenking van de Eerste Wereldoorlog - (Nl - Engl)

4 August 2014

Versies in het Nederlands en het Engels

Majesteit, Dames en Heren Staatshoofden, Koninklijke Hoogheden, Excellenties, Dames en Heren,

1. "Als onze hoop ijdel blijkt te zijn, als we het hoofd moeten bieden aan de invasie van ons grondgebied en onze gezinnen die bedreigd worden moeten verdedigen, dan zullen we - hoe zwaar die ook is - onze plicht vervullen, gewapend en vastberaden om de grootste offers te brengen." Dat waren de woorden van mijn overgrootvader, koning Albert, in het Belgische parlement op 4 augustus 1914. Diezelfde dag staken de eerste buitenlandse troepen onze grenzen over en sneuvelde de eerste Belgische soldaat, niet ver hiervandaan, in de provincie Luik.

2. Vanaf dat ogenblik raakt ons continent verstrikt in een verwoestend conflict. Een hele generatie jongeren zal worden opgeofferd. Ze komen uit Europa en de rest van de wereld om aan onze zijde te strijden. De eer van de natie, de verdediging van het grondgebied, de solidariteit of de vrijheid: de beweegredenen waren veelvuldig. Maar over de verschillen heen heeft de oorlog uiteindelijk al onze volkeren onder eenzelfde vlag samengebracht: die van het leed.

3. Vandaag herdenken we dit leed. Maar we denken ook terug aan de weg die we sindsdien hebben afgelegd. Deze herdenking is noodzakelijk om beter aan de toekomst te kunnen bouwen.

4. Vandaag brengen we hulde aan de moed en de waardigheid van degenen die gevochten hebben en die in onmenselijke omstandigheden hebben geleefd. We denken ook aan de wreedheid en de barbaarsheid, nu we genezen zijn van onze wrok en van de vreselijke wonden die onze families hebben geraakt. Voorts drukken we onze erkentelijkheid uit voor allen die gedurende de zwartste bladzijden van dit conflict een golf van solidariteit op gang hebben gebracht om het lijden van de bevolking te lenigen en de ernstige voedselschaarste te bestrijden. De hele oorlog lang werd "Brave Little Belgium" geholpen met een grootschalige humanitaire operatie.

Dames en heren,

5. In de nasleep van het eerste wereldconflict was de hoop gigantisch. Deze oorlog moest de laatste zijn. Er werden vredesverdragen ondertekend. Er werd vooruitgang geboekt om onze democratieën te versterken, het onderwijs en de syndicale vrijheden te ontwikkelen, de sociale bescherming te verbeteren of wetten goed te keuren die de verschillende culturen het recht op vrije meningsuiting gaven. Maar de hoop op vrede werd algauw de grond in geboord. Amper twintig jaar na het einde van de Grote Oorlog zal er een nieuwe, nog wredere oorlog losbarsten.

6. De afwezigheid van oorlog betekent nog geen vrede. Vrede is veel meer dan dat. Om duurzaam te zijn, moet ze stoelen op een gemeenschappelijk project dat al haar

voorvechters op een nieuwe manier met elkaar verbindt. Vrede roept op tot het creëren van solidariteit, ze steunt op het aanhalen van de banden tussen volkeren en op een respectvolle dialoog tussen naties. Vrede hangt ook af van de kwaliteit en van de mate van vertrouwen tussen de politieke leiders van de verschillende landen. Het is pas met de oprichting van de Europese Unie dat deze nieuwe denkwijze een concrete invulling krijgt, met een decennia lange vrede tussen de lidstaten van de Unie als gevolg.

Dames en heren,

7. De herinnering aan de Eerste Wereldoorlog geeft ons stof tot nadenken over de verantwoordelijkheid van de politieke leiders en over de beslissingen die zij kunnen nemen om de vrede te bewaren en de volkeren dichter bij elkaar te brengen. Dat blijft vandaag een belangrijke uitdaging. De Europese geschiedenis herinnert ons eraan dat vrede niet duurzaam kan zijn zonder een ingesteldheid die het geleden leed overstijgt, de schuldvraag achter zich laat en resoluut op de toekomst is gericht.

8. Een vreedzaam Europa, een eengemaakt Europa, een democratisch Europa. Onze grootouders hebben ervan gedroomd. Voor ons is het werkelijkheid. Laten we het koesteren en het blijven verbeteren. Laten we samen wereldwijd de boodschap verder uitdragen dat duurzame vrede enkel mogelijk is via echte verzoening en een gemeenschappelijk project.

-----------------

Majesty, Ladies and Gentlemen Heads of State, Royal Highnesses, Excellencies, Ladies and Gentlemen,

1. "If our hopes are betrayed, if we are forced to resist the invasion of our soil, and to defend our threatened homes, this duty, however hard it may be, will find us armed and resolved upon the greatest sacrifices." These thoughts were expressed by my great grandfather, King Albert, in a speech he made to the Belgian parliament on 4 August 1914. On the very same day, foreign troops were reported to be crossing our borders and the first Belgian soldier was killed, not far from here, in the province of Liège.

2. From that moment on, our continent became trapped in a destructive conflict, resulting in the sacrifice of an entire generation of young people from Europe and elsewhere, who came here to fight side by side with us. There were numerous causes for their involvement, such as the honour of the nation, the defence of the territory, solidarity and freedom, but across the divisions the war bought the people of the different countries together under a single banner: the banner of suffering.

3. We commemorate that suffering today. We also remember the distance that has been covered since then. This commemoration is of vital importance for building the future more effectively.

4. We are paying tribute today to the courage and dignity of those engaged in the fighting and those who lived in inhuman conditions. We remember also the cruelty and barbarism, healed as we are of our resentment and of the terrible wounds that affected our families. Finally, we are expressing our gratitude to all of those who, in the depths of the darkest nights of the conflict, built up the powerful momentum of solidarity when faced with the suffering of the people and the desperate food shortages. Brave Little Belgium was the rallying cry of the huge humanitarian operation undertaken for the benefit of Belgium throughout the war.

Ladies and Gentlemen,

5. Huge hopes were expressed in the wake of the First World War. This war would be the last one. Peace treaties were signed. Progress was made in many areas, such as consolidating our democracies, developing the educational opportunities and extending trade union freedoms, improving social protection and voting in laws to allow different cultures to express themselves in full. But the hopes for peace were betrayed. Barely 20 years after the Great War, a new even more cruel war broke out.

6. The fact is that peace is not only the absence of war. Peace is much more than that, as a lasting peace needs to be based on a shared project whose participants are linked together in a new way. This calls for the creation of bonds of solidarity, based on forging closer ties between people and fostering a respectful dialogue between nations. The project is also dependent upon the quality and level of confidence built up between politicians in various countries. Not until the advent of the European Union was this new approach adopted by several European states, such that decades of peace have been enjoyed by those countries participating in the project.

Ladies and Gentlemen,

7. The memory of the First World War gives us food for thought about the responsibility of leaders and the decisions they can take to keep the peace and bring nations closer together. This challenge is now of major importance. The European memory reminds us that no peace can be sustained without a state of mind that overcomes the suffering endured, goes beyond the question of guilt and sets its sights firmly on the future.

8. Peaceful Europe, unified Europe, democratic Europe. Peace is what our grandparents longed for with all their might. And their hopes are now our reality. Let us cherish what has been achieved and continue to build upon it. Let us join forces in spreading the message throughout the world that lasting peace is based on genuine reconciliation and a shared project.